Apparaten aan elkaar koppelen
Apparaten met Bluetooth 2.1 en SSP-functionaliteit (Secure
Simple Pairing) worden automatisch aan elkaar gekoppeld.
Controleer of op beide apparaten hetzelfde wachtwoord
wordt weergegeven.
Koppelen aan Bluetooth 2.0-apparaten of lager
1 Er wordt automatisch een wachtwoord voorgesteld. U
kunt ook zelf een wachtwoord maken (1 tot 16 cijfers) en
met de eigenaar van het andere apparaat afspreken
dezelfde code te gebruiken. Het wachtwoord wordt
slechts eenmaal gebruikt.
2 Selecteer
>
Instellingen
en
Bluetooth
.
3 Selecteer
Apparaten
>
Nieuw
.
Op het apparaat worden de Bluetooth-apparaten
weergegeven die binnen het bereik vallen en niet
worden verborgen. De apparaten worden aangegeven
met de volgende pictogrammen:
Computer
Mobiel apparaat
Audio- of videoapparaat
Ander apparaat
4 Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in. In het
andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden
ingevoerd.
5 Selecteer
Instellen als vertrouwd apparaat
om toe te
staan dat het apparaat automatisch verbinding maakt
met uw apparaat (zonder kennisgeving dus). Gebruik
deze status alleen voor uw eigen apparaten, zoals uw
compatibele hoofdtelefoon of pc, of voor apparaten van
iemand die u vertrouwt.
6 Selecteer
Koppelen
.
De koppeling annuleren
Tik buiten het dialoogvenster.
Koppel uw apparaat niet aan onbekende apparaten en
accepteer ook geen verbindingsverzoeken van onbekende
apparaten. Zo kunt u uw apparaat vrijwaren van schadelijke
inhoud.
Met apparaten zonder display, zoals hoofdtelefoons, wordt
automatisch verbinding gemaakt na de koppeling.