Mail for Exchange-instellingen
Selecteer
>
. Open het menu en selecteer
Account bewerken
>
Mail for Exchange
.
Synchronisatiegegevens weergeven
Selecteer
Details
. Het aantal items dat is toegevoegd,
bijgewerkt of verwijderd bij de laatste synchronisatie, wordt
weergegeven.
Selecteer
Instellingen
om instellingen van Mail for Exchange
te wijzigen en maak uw keuze uit de volgende opties:
Synchronisatieschema
Starttijd (piek) en Eindtijd (piek) — Selecteer een start- en
eindtijd voor de piekperiode.
Piekdagen — Selecteer de dagen van de week waarop u de
piektijden wilt toepassen. U moet minimaal één dag
selecteren.
Piekschema — Selecteer een synchronisatie-interval voor
piekperioden. Als u
Altijd aan
selecteert, worden nieuwe
ontvangen berichten en andere wijzigingen op de server
zonder vertraging naar het apparaat gepusht.
Schema (geen piekschema) — Selecteer een
synchronisatie-interval voor buiten piekperioden.
Verbinding
Server — Bewerk het adres van de Exchange-server.
Poort — Bewerk het poortnummer voor de Exchange-
serververbinding.
Beveiligde verbinding — Gebruik een beveiligde
verbinding.
E-mail 81
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Conflicten oplossen — Definieer welk item wordt bewaard
wanneer dit zowel op het apparaat als op de server is bewerkt
na de laatste synchronisatie.
Referenties
Gebruikersnaam — Bewerk uw gebruikersnaam voor de
Exchange-server.
Wachtwoord — Bewerk uw wachtwoord voor de Exchange-
server.
Domein — Bewerk uw domein op de Exchange-server.
E-mail
E-mail synchroniseren — E-mailsynchronisatie
inschakelen.
E-mailadres — Bewerk uw e-mailadres.
Accounttitel — Bewerk de accounttitel.
Handtekening — Gebruik een handtekening in de e-
mailberichten die worden verzonden vanaf uw Mail for
Exchange-account.
Berichten synchroniseren tot — Definieer hoe oude
berichten worden gesynchroniseerd met de server.
Tijdens het verzenden van e-mails — Definieer of
uitgaande berichten direct worden verzonden of pas na de
volgende synchronisatie.
Kalender en taken
Kalender en taken synchroniseren — Kalender- en
taaksynchronisatie inschakelen.
Kalender — Definieer welke kalender wordt gebruikt voor
Mail for Exchange.
Kalender synchroniseren tot — Definieer hoe oude
kalendergebeurtenissen en taken worden gesynchroniseerd
met de server.
Voltooide taken synchroniseren — Voltooide taken
opnemen in de synchronisatie.
Contacten
Contactpersonen synchroniseren
— Contactsynchronisatie inschakelen.
Eerste synchronisatie — Definieer of alle lokaal opgeslagen
contacten worden verwijderd, als het apparaat voor de eerste
keer met de server wordt gesynchroniseerd.
Opnieuw synchroniseren
Volledig opnieuw synchroniseren — Beginnen met het
volledig opnieuw synchroniseren.
De beschikbare opties kunnen verschillen.